Chet Baker
Chesney (Chet) Henry Baker, Jr. (Yale, Oklahoma, 23 december 1929 – Amsterdam, 13 mei 1988)
Baker werd in 1929 geboren als zoon van Ierse ouders in het plaatsje Yale in Oklahoma. Hij ontwikkelde zich tot jazztrompettist en zoetgevooisde zanger. Baker heeft als kenmerk de zachte melancholieke toon die hij in zijn zang en spel op dezelfde manier gebruikt: “hij zingt zoals hij speelt”.
Begin jaren vijftig was Baker een van de sterren van het Gerry Mulligan Quartet. Met het Chet Baker Quartet maakte hij West Coast Jazz. Hij is een exponent van de cooljazzschool van de Amerikaanse Westkust in de jaren vijftig. Vooral de platen waarop hij zowel trompet speelt als zingt maakten hem tot een idool. In 1955 gaf hij, voor het eerst in Europa, concerten in het Concertgebouw en het Kurhaus. Het Chet Baker Quartet bestond in de laatste jaren vaak uit Nederlandse musici zoals John Engels (drums), en Hein van de Geyn (contrabassist) zelfs bij optredens tot in het verre Tokyo (1987).
Zijn muzikale loopbaan was getekend door een heroïneverslaving. Hij werd een aantal keren opgepakt voor overtredingen van de narcotica wet. Nadat hij in elkaar was geslagen en zijn voortanden had verloren, stopte hij langere tijd met spelen.
Door zijn overmatig drugsgebruik, vroege dood en charismatische uitstraling staat Baker ook bekend als “de mooie jongen met wie het verkeerd afliep”. In de nacht van donderdag 12 op vrijdag 13 mei 1988 viel hij, waarschijnlijk onder invloed van drugs, uit een raam van kamernummer 210 van Hotel Prins Hendrik op de Prins Hendrikkade 55, nabij de hoek van de Warmoesstraat met de Zeedijk, te Amsterdam. Hij overleefde de val niet; hij werd 58 jaar oud.